Halfjaarlijkse informatie betreffende vervalsing van eurobankbiljetten
In de eerste helft van 2009 zijn in totaal 413.000 valse eurobankbiljetten aan de circulatie onttrokken. Dit is een stijging van rond 17% ten opzichte van de in de daaraan voorafgaande zes maanden aangetroffen hoeveelheid. De onderstaande tabel toont de halfjaarlijkse tendens in het aantal aangetroffen vervalsingen.
Periode | 2004/1 | 2004/2 | 2005/1 | 2005/2 | 2006/1 | 2006/2 | 2007/1 | 2007/2 | 2008/1 | 2008/2 | 2009/1 |
Aantal vervalsingen | 307.000 | 287.000 | 293.000 | 286.000 | 300.000 | 265.000 | 265.000 | 296.000 | 312.000 | 354.000 | 413.000 |
Er zijn gedurende de verslagperiode geen significante nieuwe vervalsingscategorieën [1] ontdekt. De toename van de hoeveelheid komt derhalve volledig voor rekening van bestaande vervalsingscategorieën die breder verspreid werden dan voorheen.
Het aantal vervalsingen dient vergeleken te worden met het aantal echte bankbiljetten dat in omloop is (gemiddeld zo’n 12,5 miljard in de eerste helft van 2009).
Desalniettemin adviseert het Eurosysteem, d.w.z. de Europese Centrale Bank (ECB) en de zestien nationale centrale banken van het eurogebied, het publiek alert te blijven met betrekking tot bankbiljetten die het via contant-geldtransacties in handen krijgt. Hoe bekender men is met de eigenschappen en kenmerken van echte bankbiljetten, des te gemakkelijker is het om een vals biljet te onderscheiden. Het Eurosysteem blijft zich dan ook krachtig inspannen om ervoor te zorgen dat het publiek goed weet hoe het een vervalst bankbiljet kan herkennen en, voor de professionele geldverwerkers, dat bankbiljettensorteer- en verwerkingsmachines vervalsingen op betrouwbare wijze kunnen herkennen en aan de circulatie kunnen onttrekken. Echte eurobankbiljetten kunnen gemakkelijk worden herkend door gebruik te maken van de eenvoudige VOEL-KIJK-KANTEL-methode die wordt beschreven op de europagina’s van de website van de ECB (www.euro.ecb.eu) en de websites van de nationale centrale banken van het Eurosysteem.
Bij twijfel dient een verdacht bankbiljet direct te worden vergeleken met een biljet waarvan men zeker weet dat het echt is. Eenieder die een vervalst bankbiljet denkt te hebben gekregen, dient contact op te nemen met de politie of, wanneer dit volgens de nationale regels mogelijk is, met de betreffende nationale centrale bank.
De onderstaande tabel toont de uitsplitsing naar coupure van de vervalsingen die in de eerste helft van 2009 aan de circulatie zijn onttrokken.
€5 | €10 | €20 | €50 | €100 | €200 | €500 | |
Uitsplitsing naar coupure (in %) | 0,5% | 1% | 48,5% | 34% | 13,5% | 2% | 0,5% |
In de eerste helft van 2009 was het €20-biljet het meest vervalste bankbiljet. Bijna de helft van alle vervalsingen bestond uit €20-biljetten. De drie middelste coupures (€20, €50 en €100) waren samen goed voor meer dan 95% van alle vervalsingen.
De overgrote meerderheid (meer dan 98%) van de in de eerste helft van 2009 aangetroffen vervalsingen werd gevonden in de landen van het eurogebied. Slechts ongeveer 1% werd gevonden in de lidstaten van de EU die geen deel uitmaken van het eurogebied, en minder dan 0,5% in andere delen van de wereld.
-
[1] Een vervalsingscategorie is een groep vervalsingen die een gemeenschappelijke oorsprong hebben.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media