Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
  • PERSBERICHT

Jaarrekening van de ECB over 2022

23 februari 2023

  • Winst ECB in 2022 nul (2021: € 0,2 miljard) na vrijval van € 1,6 miljard uit voorziening voor financiële risico's
  • Geen winstuitkering aan nationale centrale banken van het eurogebied

Uit de gecontroleerde jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB) over 2022 blijkt dat de winst van de ECB gelijk is aan nul (2021: € 192 miljoen). Er vindt daarom geen winstuitkering aan de nationale centrale banken van het eurogebied (NCB’s) plaats. Dit is na vrijval van € 1.627 miljoen uit de voorziening voor financiële risico’s ter dekking van de verliezen die in de loop van het jaar zijn geleden. De verliezen vloeiden vooral voort uit de rentelasten op de TARGET2-nettoverplichting van de ECB en de afwaarderingen van effecten in de eigenmiddelen- en Amerikaanse dollarportefeuilles. Na de vrijval bedroeg de voorziening voor financiële risico’s nog € 6.566 miljoen.

De nettorentebaten bedroegen in 2022 € 900 miljoen (2021: 1.566 miljoen). De belangrijkste oorzaak van de daling ten opzichte van het vorige boekjaar waren de rentelasten van € 2.075 miljoen in verband met de TARGET2-nettoverplichting van de ECB (2021: € 22 miljoen aan rentebaten). De rentebaten uit het aandeel van de ECB in de totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop en de rentelasten in de vorm van aan de NCB’s betaalde rentevergoedingen op hun vorderingen in verband met aan de ECB overgedragen externe reserves bedroegen respectievelijk € 736 miljoen en € 201 miljoen (2021: beide nul). Deze mutaties waren het gevolg van de verhogingen van de rente op basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem tot boven 0 % sinds 27 juli 2022. De nettorentebaten uit de voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten zijn gestegen naar € 1.534 miljoen (2021: € 1.006 miljoen), terwijl de nettorentebaten uit externe reserves zijn gestegen naar € 798 miljoen (2021: € 197 miljoen). De belangrijkste oorzaak van deze stijgingen waren de hogere rendementen in respectievelijk het eurogebied en de Verenigde Staten.

De afwaarderingen bedroegen in totaal € 1.840 miljoen (2021: € 133 miljoen), voornamelijk als gevolg van ongerealiseerde koersverliezen op de eigenvermogen- en Amerikaanse dollarportefeuilles door oplopende obligatierendementen.

De ECB heeft getoetst of de effecten in haar monetairbeleidsportefeuilles een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan; deze effecten worden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen). De uitkomsten van de toetsingen gaven geen aanleiding tot opname van bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot deze portefeuilles.

De totale personeelskosten daalden tot € 652 miljoen (2021: € 674 miljoen), voornamelijk ten gevolge van actuariële waarderingswinsten op andere langetermijnbeloningen. De overige beheerkosten stegen tot € 572 miljoen (2021: € 564 miljoen), vooral als gevolg van de geleidelijke terugkeer naar normale activiteitsniveaus na de pandemie en de verdere ontwikkeling en verbetering van de IT-systemen voor het bankentoezicht.

De baten uit toezichtsvergoedingen, die in rekening worden gebracht ter dekking van de kosten die de ECB voor de uitvoering van haar toezichtstaken maakt, bedroegen € 594 miljoen (2021: € 578 miljoen).

Het balanstotaal van de ECB steeg met € 19 miljard naar € 699 miljard (2021: € 680 miljard). De stijging is vooral toe te schrijven aan de effecten die in het kader van het aankoopprogramma naar aanleiding van de pandemie (pandemic emergency purchase programme – PEPP) en het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP) zijn aangekocht.

Het totale volgestorte kapitaal van de ECB steeg met € 0,6 miljard tot € 8,9 miljard, nadat de NCB's van het eurogebied de tweede termijn hadden betaald van hun verhoogde inschrijvingen op het kapitaal van de ECB als gevolg van de terugtrekking van de Bank of England uit het Europees Stelsel van centrale banken op 31 januari 2020 in verband met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.

De geconsolideerde balans van het Eurosysteem

Het totaal van de geconsolideerde balans van het Eurosysteem, die de activa en passiva van de NCB’s van het eurogebied en de ECB ten opzichte van derden omvat, bedroeg ultimo 2022 € 7.956 miljard (2021: € 8.564 miljard). De afname ten opzichte van het vorige boekjaar was voornamelijk toe te schrijven aan de vermindering van de kredietverleningstransacties van het Eurosysteem als gevolg van vervroegde aflossingen en het vervallen van de bedragen die zijn geleend in het kader van de derde reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (targeted longer-term refinancing operations — TLTRO III). Deze daling werd gedeeltelijk geneutraliseerd doordat meer monetairbeleidseffecten werden aangehouden vanwege aankopen in het kader van het APP en het PEPP.

De boekwaarde van de door het Eurosysteem voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten steeg met € 224 miljard naar € 4.937 miljard (2021: € 4.713 miljard). De waarde van de APP-portefeuille steeg met € 130 miljard naar € 3.254 miljard en die van de PEPP-portefeuille met € 100 miljard naar € 1.681 miljard.

De media kunnen met hun vragen terecht bij William Lelieveldt, tel. +496913447316.

Toelichting:

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media