Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Christine Lagarde
The President of the European Central Bank
Luis de Guindos
Vice-President of the European Central Bank
  • VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID

PERSCONFERENTIE

Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB

Athene, 26 oktober 2023

Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om gouverneur Stournaras van harte te bedanken voor zijn gastvrijheid en in het bijzonder zijn medewerkers bedanken voor de uitstekende organisatie van de vergadering van de Raad van Bestuur vandaag.

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB ongewijzigd te laten. De binnenkomende gegevens hebben onze vorige beoordeling van de inflatievooruitzichten op middellange termijn grotendeels bevestigd. De verwachting is nog altijd dat de inflatie te lang te hoog blijft, en de binnenlandse prijsdruk is nog steeds sterk. Tegelijk is de inflatie in september aanzienlijk afgenomen, ook vanwege sterke basiseffecten, en de meeste maatstaven van de onderliggende inflatie zijn verder teruggelopen. Onze eerdere renteverhogingen blijven krachtig doorwerken in de financieringsvoorwaarden. Dit tempert de vraag meer en meer en helpt zo de inflatie naar beneden te krijgen.

We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie tijdig terugkeert naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. Op basis van onze huidige beoordeling zijn we van mening dat de basisrentetarieven van de ECB op een niveau staan dat, indien aangehouden voor een voldoende lange periode, een substantiële bijdrage gaat leveren aan dit doel. Met onze toekomstige besluiten zullen we ervoor zorgen dat onze basisrentetarieven zo lang als nodig worden vastgesteld op een niveau dat restrictief genoeg is.

We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het passende niveau en de duur van de verkrapping te bepalen. Onze rentebesluiten zullen met name gebaseerd zijn op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.

De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.

Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.

Economische bedrijvigheid

De economie van het eurogebied blijft zwak. Recente informatie duidt erop dat de productie in de verwerkende industrie verder is gedaald. Een gematigde externe vraag en krappere financieringsvoorwaarden drukken steeds meer op de investeringen en consumptieve bestedingen. Ook de dynamiek in de dienstensector zwakt verder af. Dat komt grotendeels doordat de zwakkere industriële bedrijvigheid overslaat naar andere sectoren, de stimulans van de effecten van de heropening van de economie vervaagt en de impact van de hogere rentetarieven breder doorwerkt. De economie blijft de rest van dit jaar waarschijnlijk zwak. Maar naarmate de inflatie verder daalt, de reële inkomens van huishoudens zich herstellen en de vraag naar uitvoer uit het eurogebied opleeft, zou de economie de komende jaren moeten aantrekken.

De economische bedrijvigheid wordt tot dusver ondersteund door de krachtige arbeidsmarkt. De werkloosheidsgraad stond in augustus op een historisch laag niveau van 6,4%. Tegelijk zijn er tekenen dat de arbeidsmarkt verzwakt. Er komen minder nieuwe banen bij, ook in de diensten, wat lijkt te bevestigen dat de afkoeling van de economie geleidelijk doorwerkt in de werkgelegenheid.

Naarmate de energiecrisis wegebt, moeten de regeringen de bijbehorende steunmaatregelen blijven afbouwen. Dat is cruciaal om te voorkomen dat de inflatiedruk op middellange termijn toeneemt, wat anders een nog krapper monetair beleid zou vereisen. Het begrotingsbeleid moet erop gericht zijn onze economie productiever te maken en de hoge overheidsschuld geleidelijk aan te verminderen. Structurele hervormingen en investeringen om de aanbodcapaciteit van het eurogebied te vergroten – die kracht zouden worden bijgezet door de volledige uitvoering van het Next Generation EU-programma – kunnen de prijsdruk op middellange termijn helpen verminderen en tegelijk bijdragen aan de groene en digitale transitie. Daarom moet de hervorming van het EU-kader voor economische governance voor het einde van dit jaar worden afgerond en dient er sneller vooruitgang te worden gemaakt op weg naar een kapitaalmarktenunie en de voltooiing van de bankenunie.

Inflatie

De inflatie daalde tot 4,3% in september, bijna een volledig procentpunt lager dan in augustus. Op korte termijn neemt de inflatie naar verwachting verder af, aangezien de scherpe prijsstijgingen van energie en voedingsmiddelen van het najaar van 2022 uit de jaarcijfers verdwijnen. De daling in september was breedgedragen. De voedselprijsinflatie nam verder af, hoewel deze historisch gezien hoog blijft. Op jaarbasis daalden de energieprijzen met 4,6% maar zeer recent zijn deze weer gestegen en minder voorspelbaar geworden in verband met de nieuwe geopolitieke spanningen.

De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen is afgenomen van 5,3% in augustus tot 4,5% in september. Deze daling was mede het gevolg van verbeterende aanbodvoorwaarden, de doorwerking van eerdere dalingen van de energieprijzen en het effect van krapper monetair beleid op de vraag en het prijszettingsvermogen van bedrijven. De inflatie van goederen en diensten daalde aanzienlijk, naar respectievelijk 4,1% en 4,7%, waarbij de diensteninflatie ook omlaag getrokken werd door sterke basiseffecten. De prijsdruk bij toerisme en reizen lijkt af te nemen.

De meeste maatstaven van de onderliggende inflatie blijven dalen. Tegelijkertijd is de binnenlandse prijsdruk nog steeds hoog, ook als gevolg van het toenemende belang van stijgende lonen. De maatstaven voor de inflatieverwachtingen op langere termijn staan momenteel overwegend op ongeveer 2%. Sommige indicatoren blijven echter hoog en moeten nauwlettend in de gaten worden gehouden.

Beoordeling van risico's

De risico’s voor de economische groei blijven neerwaarts gericht. De groei kan lager uitvallen als de effecten van het monetair beleid sterker blijken dan verwacht. Ook een zwakkere wereldeconomie zou de groei drukken. De ongerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne en het tragische conflict naar aanleiding van de terroristische aanslagen in Israël zijn belangrijke bronnen van geopolitiek risico. Dit kan ertoe leiden dat het vertrouwen van bedrijven en huishoudens daalt, hun onzekerheid over de toekomst toeneemt en de groei verder terugloopt. Daarentegen kan de groei hoger uitvallen dan verwacht als mensen en bedrijven meer vertrouwen krijgen en meer gaan uitgeven door de nog steeds robuuste arbeidsmarkt en stijgende reële inkomens, of als de wereldeconomie sterker groeit dan voorzien.

Opwaartse risico’s voor de inflatie kunnen komen van hogere kosten voor energie en voedingsmiddelen. De verhoogde geopolitieke spanningen kunnen de energieprijzen op korte termijn opdrijven en de verwachtingen op middellange termijn onzekerder maken. Extreem weer, en meer in het algemeen de zich ontvouwende klimaatcrisis, kunnen de voedselprijzen sterker opdrijven dan verwacht. Een blijvende toename van de inflatieverwachtingen boven onze doelstelling of hoger dan verwachte loonstijgingen en winstmarges kunnen de inflatie eveneens verder doen stijgen, ook op de middellange termijn. Een zwakkere vraag – bijvoorbeeld als gevolg van een sterkere transmissie van het monetair beleid of een verslechtering van de economische omgeving in de rest van de wereld vanwege de grotere geopolitieke risico’s – zou de prijsdruk daarentegen temperen, vooral op middellange termijn.

Financiële en monetaire omstandigheden

De langerlopende rentes zijn aanmerkelijk gestegen sinds onze vorige vergadering. Dit is een afspiegeling van de sterke stijgingen in andere grote economieën. Ons monetair beleid blijft krachtig doorwerken in de ruimere financieringsvoorwaarden. De financiering voor banken is duurder geworden en de rentes voor bedrijfsleningen en hypotheken stegen in augustus verder, naar respectievelijk 5,0% en 3,9%.

De hogere rente en de daarmee gepaard gaande afname van de investeringsplannen en woningaankopen hebben geleid tot een verdere scherpe daling van de kredietvraag in het derde kwartaal, zoals blijkt uit onze meest recente enquête naar de bancaire kredietverlening. Daarnaast werden de kredietvoorwaarden voor leningen aan bedrijven en huishoudens verder aangescherpt. Banken maken zich meer zorgen over de risico’s waarmee hun klanten geconfronteerd worden en zijn minder bereid zelf risico’s te nemen.

Tegen deze achtergrond is de kredietgroei verder verzwakt. De twaalfmaandsgroei van leningen aan bedrijven daalde scherp, van 2,2% in juli naar 0,7% in augustus en 0,2% in september. De leningen aan huishoudens bleven gematigd, waarbij de groei afnam tot 1,0% in augustus en 0,8% in september. Vanwege de zwakke kredietverlening en de afname van de balans van het Eurosysteem nam het twaalfmaands groeitempo van het ruime monetaire aggregaat M3 af tot -1,3% in augustus – het laagste niveau sinds de invoering van de euro – en bedroeg het in september nog steeds -1,2%.

Conclusie

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB ongewijzigd te laten. De binnenkomende gegevens hebben onze vorige beoordeling van de inflatievooruitzichten op middellange termijn grotendeels bevestigd. De verwachting is nog altijd dat de inflatie te lang te hoog blijft, en de binnenlandse prijsdruk is nog steeds sterk. Tegelijk is de inflatie in september aanzienlijk afgenomen, ook vanwege sterke basiseffecten, en de meeste maatstaven van de onderliggende inflatie zijn verder teruggelopen. Onze eerdere renteverhogingen blijven krachtig doorwerken in de financieringsvoorwaarden. Dit tempert de vraag meer en meer en helpt zo de inflatie naar beneden te krijgen.

We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie tijdig terugkeert naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. Op basis van onze huidige beoordeling zijn we van mening dat de rentetarieven een niveau hebben dat, indien aangehouden voor een voldoende lange periode, een substantiële bijdrage gaat leveren aan de tijdige terugkeer van de inflatie naar onze doelstelling. Met onze toekomstige besluiten zullen we de basisrentetarieven van de ECB zolang als nodig restrictief genoeg houden om een dergelijke tijdige terugkeer te realiseren. We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het passende niveau en de duur van de verkrapping te bepalen.

We staan in elk geval klaar om alle instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie terugkeert naar onze doelstelling op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven.

We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media