Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Christine Lagarde
The President of the European Central Bank
Luis de Guindos
Vice-President of the European Central Bank
  • VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID

PERSCONFERENTIE

Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB

Frankfurt am Main, 16 maart 2023

Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.

De inflatie blijft naar verwachting te lang te hoog. De Raad van Bestuur heeft vandaag dan ook besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 50 basispunten te verhogen en we zijn vastbesloten de inflatie tijdig terug te brengen naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. De grote onzekerheid versterkt het belang van een op data gebaseerde benadering bij onze besluiten over de beleidsrente. Deze besluiten zullen worden bepaald door onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.

We volgen de huidige spanningen op de markt van nabij en staan klaar om zo nodig te reageren om de prijsstabiliteit en de financiële stabiliteit in het eurogebied te handhaven. De banksector in het eurogebied is schokbestendig, met sterke kapitaal- en liquiditeitsposities. Onze beleidsinstrumenten zijn in elk geval volledig toegerust om indien nodig liquiditeitsondersteuning te verstrekken aan het financiële stelsel van het eurogebied en de soepele transmissie van het monetair beleid te garanderen.

De nieuwe macro-economische projecties van medewerkers van de ECB werden begin maart afgerond, vóór het ontstaan van de recente spanningen op de financiële markten. Deze spanningen zorgen voor extra onzekerheid omtrent de basisprojecties voor de inflatie en de groei. Vóór deze recente ontwikkelingen waren de basisprojecties voor de totale inflatie al neerwaarts bijgesteld, vooral als gevolg van een kleinere bijdrage van de energieprijzen dan eerder werd aangenomen. Medewerkers van de ECB verwachten nu dat de inflatie uitkomt op gemiddeld 5,3% in 2023, 2,9% in 2024 en 2,1% in 2025. Tegelijkertijd blijft de onderliggende prijsdruk hoog. De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen is in februari verder gestegen en zal volgens de verwachtingen van ECB-medewerkers in 2023 gemiddeld 4,6% bedragen, wat hoger is dan in de projecties van december was voorzien. Volgens de projecties loopt dit cijfer vervolgens terug tot 2,5% in 2024 en 2,2% in 2025, naarmate de opwaartse druk van eerdere aanbodschokken en de heropening van de economie wegebt en het krappere monetair beleid de vraag in toenemende mate tempert.

De basisprojecties voor de groei in 2023 zijn opwaarts bijgesteld tot gemiddeld 1,0% als gevolg van zowel de daling van de energieprijzen als de grotere weerbaarheid van de economie tegen de uitdagende internationale omgeving. Medewerkers van de ECB verwachten dat de groei zich daarna verder herstelt tot 1,6%, zowel in 2024 als in 2025, onder impuls van een robuuste arbeidsmarkt, toenemend vertrouwen en een opleving van de reële inkomens. Tegelijkertijd blijft de opleving van de groei in 2024 en 2025 zwakker dan in de projecties van december werd verwacht, als gevolg van de verkrapping van het monetair beleid.

De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.

Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.

Economische bedrijvigheid

De economie van het eurogebied stagneerde in het vierde kwartaal van 2022, waarmee de eerder verwachte krimp uitbleef. Daarentegen liet de binnenlandse vraag van de private sector een scherpe daling zien. De hoge inflatie, de aanhoudende onzekerheden en de krappere financieringsvoorwaarden hebben de particuliere consumptie en de investeringen aangetast en deze daalden met respectievelijk 0,9% en 3,6%.

Volgens het basisscenario lijkt de economie zich in de komende kwartalen te herstellen. De industriële productie zou moeten aantrekken nu de aanbodvoorwaarden zich verder verbeteren, het vertrouwen zich verder herstelt en bedrijven de grote achterstanden in de orderverwerking wegwerken. De stijgende lonen en dalende energieprijzen zullen het verlies aan koopkracht dat veel huishoudens ervaren vanwege de hoge inflatie gedeeltelijk compenseren. Dat zal dan weer de consumptieve bestedingen ondersteunen.

Bovendien blijft de arbeidsmarkt sterk, ondanks de afzwakking van de economische bedrijvigheid. De werkgelegenheid nam in het vierde kwartaal van 2022 met 0,3% toe. Daarnaast bleef de werkloosheid in januari 2023 op het historisch lage peil van 6,6%.

Steunmaatregelen van de overheid om de economie te beschermen tegen het effect van hoge energieprijzen moeten tijdelijk en gericht zijn en mogen geen afbreuk doen aan prikkels om het energieverbruik te beperken. Naarmate de energieprijzen dalen en de risico’s met betrekking tot de energievoorziening afnemen, is het belangrijk deze maatregelen snel en op een gecoördineerde manier af te bouwen. Maatregelen die niet aan deze principes beantwoorden zullen de inflatiedruk op middellange termijn waarschijnlijk opdrijven, wat een sterkere reactie van het monetair beleid noodzakelijk zou maken. Bovendien moet het begrotingsbeleid, in lijn met het EU-kader voor economische governance en zoals vermeld in de richtsnoeren van de Europese Commissie van 8 maart 2023, erop gericht zijn onze economie productiever te maken en de hoge overheidsschuld geleidelijk terug te dringen. Maatregelen om de aanbodcapaciteit van het eurogebied te vergroten, met name in de energiesector, kunnen de prijsdruk op middellange termijn verminderen. Overheden moeten daarom spoedig werk maken van de uitvoering van de investerings- en structurele hervormingsplannen in verband met het Next Generation EU-programma. De hervorming van het EU-kader voor economische governance moet snel worden afgerond.

Inflatie

De inflatie liep in februari licht terug tot 8,5%. De afname was het gevolg van een nieuwe scherpe daling van de energieprijzen. Daarentegen liep de voedselprijsinflatie verder op tot 15,0%, doordat de eerdere forse stijging van de kosten voor energie en van andere inputs voor de voedselproductie nog altijd doorwerkt in de consumptieprijzen.

Daarbij blijft de onderliggende prijsdruk sterk. In februari steeg de inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen naar 5,6% en ook andere indicatoren van de onderliggende inflatie bleven hoog. De inflatie van de industriële goederen met uitzondering van energie steeg in februari naar 6,8%. Dit is vooral toe te schrijven aan de vertraagde effecten van de eerdere aanbodknelpunten en hoge energieprijzen. De diensteninflatie, die in februari steeg naar 4,8%, wordt ook nog steeds beïnvloed door de geleidelijke doorwerking van de eerdere stijgingen van de energiekosten, de inhaalvraag na de heropening van de economie en stijgende lonen.

De loondruk is toegenomen tegen de achtergrond van robuuste arbeidsmarkten en medewerkers die proberen een deel van de verloren koopkracht vanwege de hoge inflatie goed te maken. Bovendien slaagden veel bedrijven erin hun winstmarges op te voeren in sectoren met een beperkt aanbod en een oplevende vraag. Tegelijkertijd bedragen de meeste maatstaven van de inflatieverwachtingen voor de langere termijn momenteel circa 2%, hoewel deze verder nauwlettend moeten worden gevolgd, vooral tegen de achtergrond van de recente volatiliteit van op marktgegevens gebaseerde inflatieverwachtingen.

Beoordeling van risico's

De risico’s met betrekking tot de groeivooruitzichten voor de economie zijn neerwaarts gericht. Voortdurende verhoogde spanningen op de financiële markten zouden tot een sterkere aanscherping van de ruimere kredietvoorwaarden kunnen leiden dan verwacht en het vertrouwen kunnen temperen. De ongerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne en zijn bevolking blijft een belangrijk neerwaarts risico voor de economie en kan de kosten voor energie en voedingsmiddelen weer opdrijven. Als de groei van de wereldeconomie sterker afzwakt dan verwacht, kan dit ook een verdere rem zetten op de groei in het eurogebied. Aan de andere kant zouden bedrijven zich sneller kunnen aanpassen aan de uitdagende internationale omgeving. Als er daarnaast een einde komt aan de energieschok kan de groei hoger uitvallen dan momenteel verwacht.

Een van de opwaartse risico’s voor de inflatie is de bestaande druk op de prijsketen, die op korte termijn de detailhandelsprijzen zelfs nog verder dan verwacht kan doen stijgen. Door binnenlandse factoren, zoals een aanhoudende toename van de inflatieverwachtingen boven onze doelstelling of hoger dan verwachte loonstijgingen en winstmarges, kan de inflatie verder stijgen, ook op de middellange termijn. Daarnaast kan een sterker dan verwacht herstel van de economie in China de grondstoffenprijzen en de buitenlandse vraag opnieuw opstuwen. Een van de neerwaartse risico’s voor de inflatie vormen de voortdurende verhoogde spanningen op de financiële markten, die desinflatie kunnen bespoedigen. Daarnaast kunnen dalende energieprijzen zich vertalen in een verminderde druk van de onderliggende inflatie en lonen. Een verzwakking van de vraag, waaronder ook als gevolg van een sterkere groeivertraging van bankkrediet en een sterker dan verwachte transmissie van het monetair beleid, kan ook bijdragen aan een lagere prijsdruk dan op dit moment voorzien, vooral op middellange termijn.

Financiële en monetaire omstandigheden

De marktrentes zijn aanzienlijk gestegen in de weken volgend op onze vorige vergadering. Maar deze stijging is de afgelopen dagen sterk omgeslagen in de context van ernstige spanningen op de financiële markten. Bankkrediet voor bedrijven in het eurogebied is duurder geworden. De kredietverlening aan bedrijven nam verder af. Dit was het gevolg van een lagere vraag en krappere kredietverleningsvoorwaarden. Kredietopneming door huishoudens is ook duurder geworden, vooral vanwege de stijging van de hypotheekrentes. In combinatie met de strengere leenvoorwaarden, hebben deze toename van de leenkosten en de daaruit voortvloeiende afname van de vraag geleid tot een verdere groeivertraging bij de leningen aan huishoudens. Te midden van deze zwakkere dynamiek van de kredietverlening is de groei van de geldhoeveelheid sterk afgenomen, vooral bij de meest liquide componenten.

Conclusie

Samengevat, de inflatie blijft naar verwachting te lang te hoog. De Raad van Bestuur heeft vandaag dan ook besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 50 basispunten te verhogen en we zijn vastbesloten de inflatie tijdig terug te brengen naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. De grote onzekerheid versterkt het belang van een op data gebaseerde benadering bij onze besluiten over de beleidsrente. Deze besluiten zullen worden bepaald door onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. We volgen de huidige spanningen op de markt van nabij en staan klaar om zo nodig te reageren om de prijsstabiliteit en de financiële stabiliteit in het eurogebied te handhaven.

We staan in elk geval klaar om alle instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie terugkeert naar onze doelstelling op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven.

We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media